Boulderen; het broertje van klimmen

Sinds de jaren 90 toen de eerste Nederlandse klimhal in Utrecht zijn deuren opende wordt er al geklommen in Nederland. Bijna iedereen heeft het wel eens gedaan via school, een bedrijfsuitje, een verjaardag of uit eigen interesse. Maar lang niet iedereen is bekend met die andere discipline binnen de klimsport; het boulderen. Boulderen was altijd het kleine broertje van traditioneel ‘routeklimmen’. Bij het routeklimmen worden langere afstanden geklommen waarbij de klimmer wordt gezekerd door een partner met behulp van een touw. Het boulderen is echter in opkomst. Waren er vorig jaar nog acht boulderhallen in heel Nederland, dit jaar zijn het er al dertien en er zijn nog twee in aanbouw.

Boulderen is onder andere populair vanwege de laagdrempeligheid; omdat je bij boulderen niet ver de hoogte in klimt -maximaal vier en een halve meter- hoef je niet aan een touw te klimmen maar klim je boven een dikke valmat. Wél lekker klimmen dus maar géén cursus zekertechnieken, en je hoeft ook niet af te spreken met een partner die het touw vasthoudt waardoor het boulderen flexibel is in te plannen; wel zo handig voor de mens met een drukke agenda.

nk-boulderen 2016

Bron: NKBV

De fanatieke boulderaar kan ook meedoen aan wedstrijden. Tijdens een wedstrijd klimmen de deelnemers om de beurt een aantal boulders, wie bij de meeste boulders boven komt heeft gewonnen, tijd speelt geen rol. Via kwalificatiewedstrijden kan een boulderaar zich plaatsen voor het jaarlijkse NK Boulderen waar de beste zes boulderaars strijden voor de titel. De beste boulderaars mogen zich daarnaast proberen te kwalificeren voor het EK en WK. Nederlands beste klimmer/boulderaar is momenteel Jorg Verhoeven die zelfs af en toe de finale van een wereldbekerwedstrijd boulderen haalt. In 2020 is boulderen voor het eerst een olympische sport.

Bij het boulderen -en klimmen- draait het echter niet allemaal om wedstrijden. Enkele van de beste boulderaars ter wereld zoals Nalle Hukkataivalen en Chris sharma laten hun niveau zien door het boulderen van ‘s werelds moeilijkste boulders op echte steen. Wanneer een boulderaar zo’n boulder heeft geklommen geldt dit als een uitdaging voor de rest van de elite. Ook bij -een gedeelte van de- recreatieve boulderaars is buiten boulderen populair. Europa’s grootste natuurlijke bouldergebied is Fontainebleau gelegen net ten zuiden van Parijs. Hier liggen duizenden grote rotsblokken ofwel ‘boulders’ verspreid in het bos.

bleau

In Utrecht hebben we een van de beste en leukste boulderhallen van Nederland; Boulderhal Sterk. De hal onderscheid zich niet alleen door de mooie wanden, de kwaliteit van de boulders maar ook door de ontspannen sfeer en open community. Zowel de medewerkers als de boulderaars zijn er vriendelijk en toegankelijk. Minpuntje is het ontbreken van douches. Wie een douche na het sporten belangrijk vindt kan beter uitwijken naar Boulderhal Kei in Amersfoort.